“We kijken als regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs bij elkaar in de keuken. En we delen ervaringen tijdens intervisiebijeenkomsten om samen te leren.”
“We kijken als regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs bij elkaar in de keuken. En we delen ervaringen tijdens intervisiebijeenkomsten om samen te leren.”
De deelnemende scholen aan de pilot bezoeken elkaar en dat alleen is al heel verrijkend, merkt Noortje. Er bleken namelijk best wat misvattingen en vragen te zijn over elkaar. Hoe gaat het er nu eigenlijk echt aan toe in het speciaal onderwijs? Houdt het regulier basisonderwijs kinderen die extra ondersteuning nodig hebben niet te lang in het regulier? Als je moeilijk leert én begeleiding nodig hebt vanwege gedrag, wat is dan de beste plek? Hoe kunnen scholen elkaar – en daarmee een kind - dan verder helpen?
“Wij merken zelf bijvoorbeeld dat het regulier basisonderwijs soms het gevoel heeft dat het ieder kind altijd op school moet kunnen houden. Terwijl: komt een kind eerder naar ons speciaal onderwijs, dan kan het misschien na een periode weer terug naar de basisschool”, illustreert Noortje.
Tijdens intervisiebijeenkomsten wisselen deelnemers casussen en praktijkervaringen uit over elkaars aanpak en werkwijze en vergroten zo hun expertise. “Dat maakt afstemmen over leerlingen uiteindelijk ook laagdrempeliger”, hoopt Noortje. “En daar gaat het om: samen zorgen voor het best passende onderwijs.”
“Met dit project stimuleren wij dat we speciale expertise naar het regulier onderwijs brengen”, vertelt Henri Duisters, directeur van samenwerkingsverband primair onderwijs 31-02 Midden-Limburg. “Belangrijk, want onze visie is: onderwijs zo thuisnabij en inclusief als kan, waar passend en verantwoord. Waarbij ons uitgangspunt altijd is: wat heeft een kind nodig?”
Het samenwerkingsverband staat voor een grote vereveningsopdracht. “We willen graag meer inclusief onderwijs mogelijk maken, zodat kinderen meer thuisnabij naar school gaan. Dit houdt ook in dat we het leerstofjaarklassensysteem kritisch moeten bekijken. We zien steeds meer scholen zoeken naar grotere en kleinere alternatieven. Daarom investeren wij óók fors in ondersteuningsteams die basisscholen helpen. Wij willen de beschikbare expertise in speciaal onderwijs natuurlijk behouden en stimuleren juist een transfer van leren. We zullen het samen slim moeten organiseren en moeten vernieuwen.”
Als samenwerkende scholen is de uitdaging ook om samen te kijken hoe je kinderen op tijd en preventief kunt helpen, zodat je bijvoorbeeld kunt komen tot kortere en meer tijdelijke arrangementen in het speciaal onderwijs. “Nu zien we nog amper terugplaatsingen”, illustreert Henri. Wellicht bieden mengvormen tussen verschillende soorten speciaal onderwijs ook oplossingen. “Samen vernieuwen begint met elkaar kennen en verbinding zoeken.”